rimpelend
- rim·pe·lend
vervoeging van: | rimpelen |
verbogen vorm: | rimpelende |
rimpelend
stellend | |
---|---|
onverbogen | rimpelend |
verbogen | rimpelende |
partitief | rimpelends |
rimpelend
- oppervlakkige vouwen of golven vormend
- Ik noem dat graag de rimpelende veroudering van de grijze massa, omdat mensen zeer goed het rimpelen van de huid kennen en het vergrijzen van het haar en daar oudere mensen aan herkennen. [1]
- Zo’n gruwelijk besluit op zo’n schitterende locatie. Ook toen zullen er vogels gefloten hebben in de bomen in de tuin die het huis scheiden van het meer. Ook toen zullen er bootjes gedobberd hebben op het rimpelende water. Maar in de vergaderkamer met uitzicht op al dit moois, werd door een tiental mensen besloten dat de oogappel van God moest worden vernietigd. [2]
- Het woord rimpelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ HP de Tijd 21/09 | 2015 Burn-out, vergeetachtig of vroeg Alzheimer? Alles over jongdementie
- ↑ Reformatorisch Dagblad Wim van Egdom 13-01-2017 Berlijn is niet alleen een stad, maar vooral geschiedenis