rijdt dicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijdt dicht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rijdt dicht
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dichtrijden |
rijdt (...) dicht
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden
- Jij rijdt dicht.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden
- Hij rijdt dicht.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtrijden
- Rijdt dicht!