• rijd·ster
  • afgeleid van de werkwoordstam van rijden met het achtervoegsel -ster
enkelvoud meervoud
naamwoord rijdster rijdsters
verkleinwoord rijdstertje rijdstertjes

de rijdsterv

  1. (persoon) vrouw die een voertuig of rijdier bestuurt
92 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be