• ri·cot·ta
enkelvoud meervoud
naamwoord ricotta -
verkleinwoord - -

de ricottam

  1. (voeding) op kwark lijkend Italiaans zuivelproduct met een zachte smaak en een kruimelige structuur die is ontstaan bij de boeren als nevenproduct bij het kaasmaken. De wei die overblijft na het maken van de kaas wordt opnieuw gekookt en zo verkrijgt men de sneeuwwitte, een beetje korrelige kaas met zachte smaak.
84 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]