• reu·zen·sprong
enkelvoud meervoud
naamwoord reuzensprong reuzensprongen
verkleinwoord

de reuzensprongm

  1. een enorm hoge of verre sprong
     God, jongen, hadden we dit maar over kunnen slaan, om met een reuzensprong in, zeg, 2034 te belanden.[2]
     Heracles Almelo-doelman Blaswich ziet droom uitkomen en maakt reuzensprong naar RB Leipzig[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  3.   Weblink bron “Heracles Almelo-doelman Blaswich ziet droom uitkomen en maakt reuzensprong naar RB Leipzig” (15-02-2022), Tubantia