• re·tour·adres
enkelvoud meervoud
naamwoord retouradres retouradressen
verkleinwoord

het retouradreso

  1. (post) adres waar een niet te bezorgen poststuk naartoe wordt gezonden
     Hij zet geen retouradres op de envelop.[1]
     De bewoners van het huis wisten van niets, meldt regionale omroep NH. De politie denkt dat de afzender willekeurige retouradressen op de enveloppen zet. Op het moment dat de bezorging mislukt, wordt de post naar dat adres gestuurd. De enveloppen die in Landsmeer op de mat vielen waren bedoeld voor een adres in het buitenland.[2]
  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “Per ongeluk zakken met xtc-pillen op de deurmat” (14-06-2016), NOS