resuscitatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·sus·ci·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van resusciteren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | resuscitatie | resuscitaties |
verkleinwoord | resuscitatietje | resuscitatietjes |
Zelfstandig naamwoord
de resuscitatie v
- (medisch) reanimatie, opwekken van hart bij harstilstand en beademen
Vertalingen
1. reanimatie, opwekken van hart bij harstilstand en beademen
Gangbaarheid
- Het woord resuscitatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "resuscitatie" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be