• ren·te·ver·lies
enkelvoud meervoud
naamwoord renteverlies renteverliezen
verkleinwoord renteverliesje renteverliesjes

het renteverlieso

  1. een verlies wat ontstaat door lagere renteinkomsten
     Finland krijgt voor honderden miljoenen aan nieuwe Griekse staatsobligaties. In ruil moet Finland veel eerder geld in het noodfonds stoppen, wat volgens De Jager een fors renteverlies oplevert. Ook krijgt Finland minder van de rente die Athene op de noodhulp moet betalen.[2]
     Voor spaarders zit er niet veel anders op dan het renteverlies te nemen.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “De Jager:geen onderpand voor lening” (Dinsdag 4 oktober 2011), NOS
  3.   Weblink bron “Hoge winst voor banken, extreem lage spaarrente: kan dat niet anders?” (Vrijdag 15 februari 2019), NOS