(klemtoonhomogram)

  • ren·de·rend
vervoeging van: renderen
verbogen vorm: renderende

rendérend

  1. onvoltooid deelwoord van rendéren
  2. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
    • Dit bedrijf is niet renderend meer. 
  3. attributief gebruikt
    • Dit is een goed renderend bedrijf. 
  4. bijwoordelijk gebruikt
    • Dat is niet meer renderend te organiseren. 
vervoeging van: renderen
verbogen vorm: renderende

rénderend

  1. onvoltooid deelwoord van rénderen
  2. attributief gebruikt
    • Zet de priority van het renderende programma op 'low' en je merkt vrijwel niets van het renderen.