relevé

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van relever
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   relevé relevés
  vrouwelijk   relevée relevées

relevé

  1. hoog, verhoogd
  2. (verouderd) hoogstaand, verheven
  3. (kleding) opgerold (van mouwen), hoog (van kraag)
  4. (kookkunst) pittig (van smaak)

relevé m

  1. overzicht (van adressen, een bankrekening, energieverbruik, inventaris e.d.)
  2. (bouwkunde) schets, plattegrond (van een gebouw)
  3. (schilderkunst) (kunst) kopie van een oud werk
  4. (dans) het optillen of verheffen van de voeten
  5. (statistiek) steekproef

[1] Relevé d'identité bancaire (RIB)


vervoeging van
relevar

relevé

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van relevar
vervoeging van
relevarse

relevé

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van relevarse