Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·ver·goe·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisvergoeding reisvergoedingen
verkleinwoord reisvergoedinkje reisvergoedinkjes

Zelfstandig naamwoord

de reisvergoedingv

  1. geld dat iemand ontvangt om de kosten van het vervoer te dekken
     Maar was het niet tactisch ongunstig, ook al was het legaal, als al te genereuze 'reisvergoedingen' de rechter ter ore kwamen? Ja, uiteraard.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535