Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reist

Werkwoord

vervoeging van
reizen

reist

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reizen
    • Jij reist. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reizen
    • Hij reist. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van reizen
    • Reist! 
Gelijkklinkende woorden
Anagrammen


Noors

Woordafbreking
  • reist
Naar frequentie 2091

Werkwoord

reist

  1. voltooid deelwoord van reise


Nynorsk

Woordafbreking
  • reist

Werkwoord

reist

  1. voltooid deelwoord van reisa

Werkwoord

reist

  1. voltooid deelwoord van reise

Werkwoord

reist

  1. gebiedende wijs van reista
Schrijfwijzen

Werkwoord

reist

  1. gebiedende wijs van reiste
Schrijfwijzen