Noors

Woordafbreking
  • reis·te
Naar frequentie 2153

Werkwoord

reiste

  1. verleden tijd van reise


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord reistr.

Werkwoord

reiste

  1. verleden tijd van reise
vervoeging
onbepaalde wijs reiste
reista
tegenwoordige tijd reistar
verleden tijd reista
voltooid
deelwoord
reista
onvoltooid
deelwoord
reistande
lijdende vorm reistast
gebiedende wijs reist
reista
reiste
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

reiste

  1. overgankelijk wilgentakken of kettingen rond de loopvlakken bevestigen voor het remmen
  2. overgankelijk schubben van vis schrapen
Schrijfwijzen

Werkwoord

reiste

  1. gebiedende wijs van reista
Schrijfwijzen

Werkwoord

reiste

  1. gebiedende wijs van reiste
Schrijfwijzen