Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reismarkt reismarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de reismarktv / m

  1. handel in (vakantie)reizen
    • Directbookers.nl uit Made (N-Br) neemt per 13 januari alle activiteiten over van Snoeyink Reizen in Oldenzaal en Rekro Reizen in Denekamp. Dat heeft reisorganisatie gisteren bekendgemaakt. Directbookers is een nieuwkomer op de reismarkt en is gespecialiseerd in (bus)vakanties naar Spanje, Oostenrijk en Italië. [1] 
    • Dat vertaalde zich ook naar een hogere bezettingsgraad van de hotels. Behalve de zakelijke reiziger leverde de toerist een bescheiden bijdrage aan het herstel. 'De gehele reismarkt vertoonde enige vorm van vooruitgang.' Dat de prijzen zich niet sterker herstellen van het crisisjaar 2009 komt volgens Hotels.com doordat er veel capaciteit is bijgekomen. Een groter aanbod drukt de prijzen. [2] 
    • Wereldwijd steeg de prijs van een hotelkamer met 4 procent. Vooral de groei van de zakelijke reismarkt veroorzaakte meer vraag naar hotelkamers en een hogere prijs, aldus Hotels.com. Maar desondanks liggen de prijzen nog altijd onder het niveau van 2005, aldus David Roche van de boekingssite. [3] 

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen