reinette
- rei·net·te
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘appel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1656 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reinette | reinettes |
verkleinwoord | - | - |
- (fruit) zure, grauwgroene appelsoort
- [1] renet
1.
- Het woord reinette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reinette" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "reinette" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ reinette op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be