registrar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
registrar |
registraba |
registrado |
volledig |
registrar
- registreren, optekenen, inschrijven, boeken
- opnemen (geluid)
- onderzoeken, nasporen, nagaan
- fouilleren
- laten visiteren
- aantekenen