stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
refōrmāre refōrmō refōrmāvī refōrmātum
eerste vervoeging volledig

refōrmāre

  1. herstellen
  2. (Ovidius) omvormen, veranderen
  3. (Plinius Minor) verbeteren


vervoeging van
reformar

reformare

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van reformar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van reformar