referte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·fer·te
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘verwijzing’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1798 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | referte | refertes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- verwijzing
- (juridisch) een conclusie van een procespartij of verdachte, inhoudend dat men geen bezwaren tegen een vordering of verzoek kan aanvoeren en het oordeel daarover aan de beslissende rechter overlaat
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord referte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "referte" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "referte" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ referte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be