Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·fac·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse réfaction of daarvoor van het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord refactie refacties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de refactiev

  1. (handel) korting ter compensatie van een tekortkoming van geleverde goederen
  2. de waardevermindering van de goederen ten gevolge van beschadiging
Vertalingen

Gangbaarheid

26 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be