e

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ree·vlees
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reevlees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het reevleeso

  1. (voeding) vlees afkomstig van een ree
    • RTL slokt in een week negen amateurkoks op. De bekakte Jack maakt in Wie is de Chef? (zo meldt een titel) 'toempoes van reevlees'. Foutje van de stagiaire? Philips sponsort mee, maar heeft de vertoonde rookoven niet in de productlijn. En wat draagt Sorbo Blue Wonder bij? De afwas valt niet binnen de opname. [2] 
    • Het voorspel van zacht reevlees gevangen in een flinterdun korstje mag er ook zijn. [3] 

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. HP de Tijd 02/10 | 2009 Sponsor-getto
  3. de Volkskrant Mac van Dinther en Martijn Hol5 december 2009 De mooiste carbonara
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be