reedde uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reedde uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈredə ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- reed·de uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitreden |
reedde (…) uit
- enkelvoud verleden tijd van uitreden
- Ik reedde uit.
- Jij reedde uit.
- Hij, zij, het reedde uit.
- Ik reedde uit.
Gangbaarheid
- Het woord reedde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.