rechtopstaand
- recht·op·staand
stellend | |
---|---|
onverbogen | rechtopstaand |
verbogen | rechtopstaande |
partitief | rechtopstaands |
rechtopstaand [1]
- van iets dat het een verticale positie inneemt
- ▸ Wel rare gasten, trouwens. Met van die Indianentooien, je weet wel. Rechtopstaand haar. Blauw, roze. Het dee pijn aan me ogen.[2]
- ▸ Er zijn wel wat veranderingen. Leerlingen in groep 5 schrijven wat minder recht op de regel. Daarnaast zijn leerlingen in groep 8 groter gaan schrijven, hanteren ze vaker onverbonden schrift en schrijven ze meer rechtopstaand.[3]
- Het woord rechtopstaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Handschrift leerlingen niet slordiger” (14-03-2013), NOS