rechterportier
- rech·ter·por·tier
- samenstelling van rechts zn en portier zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rechterportier | rechterportieren |
verkleinwoord | rechterportiertje | rechterportiertjes |
het rechterportier o
- deur aan de rechterkant van een voertuig
- ▸ Sla je linksaf, dan is het net alsof je richting het rechterportier wordt getrokken.[1]
- ▸ Danglars zag een in een cape gehulde man naast het rechterportier galopperen.[2]
- ▸ In het afgezette gebied, op de kruising van De Voochtstraat met de Zerboltstraat, staat een auto midden op straat met draaiende motor. Ook staan de ruitenwissers nog aan en is het rechterportier geopend. De auto is mogelijk van het slachtoffer.[3]
- Het woord rechterportier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Antonio Padilla“Fabeachtige getalen en waar ze te vinden” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026353512
- ↑ “De graaf van Monte-Cristo” (2007), L.J. Veen , ISBN 9789020413021
- ↑ Weblink bron Sandra van de Wiel en Stefan Keukenkamp“Man gewond na schietpartij in Zwolle, dader(s) op de vlucht: politie doet sporenonderzoek” (3 sep. 2020), Tubantia