Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rech·ter·mond·hoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtermondhoek rechtermondhoeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rechtermondhoekm

  1. het, voor de persoon zelf, rechteruiteinde van de mond
    • De rechtermondhoek staat aan de linkerkant van de foto 
     De verdachte was een licht getinte man, 1.80-1.85 meter, zwart krullend haar, ongeschoren gezicht, grote bruine ogen en een grote haakneus. Opvallend was dat hij een litteken vanaf zijn rechtermondhoek naar zijn kin had. Hij droeg een korte bruine lederen jas en witte sportschoenen.[1]
     Ik ben er nog niet helemaal", zegt de 27-jarige Texaan die aan het ongeluk een litteken van zijn rechtermondhoek tot zijn borst heeft overgehouden. Lichamelijk is Haga weer bijna hersteld. Hij reed de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl.[2]
Antoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Man aangevallen en met mes verwond” (02-04-2009), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Chad Haga koerst weer, maar nog niet zonder angst” (22-04-2016), NOS