• rech·ter·deel
enkelvoud meervoud
naamwoord rechterdeel rechterdelen
verkleinwoord

het rechterdeelo

  1. onderdeel van iets aan de rechterkant
     Het rechterdeel was gaan zwellen.[1]
     De gemeente Den Haag mag het rechterdeel van een schilderij van Jan Steen niet verkopen aan de erven Goudstikker. Dat heeft de rechtbank in Den Haag bepaald.[2]


  1. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij  , ISBN 9789023467014
  2.   Weblink bron “Deel van doek 'Tobias en Sara' mag niet verkocht” (05-02-2010), NOS