• real·time
  • uit het Engels
stellend
onverbogen realtime
verbogen
partitief realtimes

realtime

  1. even snel als hoe het zich in de werkelijkheid voltrekt; met een zeer korte reactie en uitvoertijd
     Voor haar arrestatie had Winner een voortvarende carrière. Na haar middelbare school meldde ze zich aan voor de luchtmacht, waar ze Arabisch en Farsi leerde en ging werken als tolk. Ze deed realtime vertalingen voor Amerikaanse militairen in het veld. Volgens een van haar advocaten heeft ze geholpen met meer dan 800 missies waarbij honderd vijanden uit de weg werden geruimd.[1]
     Daarnaast bepleit de raad nog veel andere maatregelen, zoals veilige banen aanleggen voor elektrische fietsen, het delen van autoritten, het delen van realtime verkeersinformatie, zelfrijdende metro's en trams en het beter op elkaar afstemmen van treinen en bussen.[2]
  1.   Weblink bron “Reality Winner krijgt vijf jaar cel voor lekken van geheim NSA-rapport” (Vrijdag 24 augustus 2018, 08:44), NOS
  2.   Weblink bron “Advies: bouw niet meer wegen, maar beperk rijden tijdens de spits” (Woensdag 23 mei 2018, 11:49), NOS