rangeerder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rangeerder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ran·geer·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van rangeren met het achtervoegsel -der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rangeerder | rangeerders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de rangeerder m
- (beroep) (spoorwegen) spoorwegbeambte die werkzaam is bij het rangeren
- (spoorwegen) rangeermachine
Gangbaarheid
- Het woord rangeerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rangeerder" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be