rangcorrelatiecoëfficiënt
- rang·cor·re·la·tie·co·ef·fi·ci·ent
- samenstelling van rang zn en correlatiecoëfficiënt zn
- samenstelling van rangcorrelatie zn en coëfficiënt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rangcorrelatiecoëfficiënt | rangcorrelatiecoëfficiënten |
verkleinwoord | - | - |
de rangcorrelatiecoëfficiënt m
- (statistiek) maat voor de afhankelijkheid van twee toetsingsgrootheden bij een tweezijdige toets
- Het woord 'rangcorrelatiecoëfficiënt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.