rakhi
- ra·khi
- uit het Surinaams - Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rakhi | rakhi's |
verkleinwoord |
de rakhi m
- (sieraden) zijden armband die men draagt om een verbintenis met iemand aan te geven
- Het woord rakhi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.