Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dio·bio·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radiobioloog radiobiologen
verkleinwoord radiobioloogje radiobioloogjes

Zelfstandig naamwoord

de radiobioloogm

  1. (biologie) (beroep) bioloog die zich bezig houdt met de wetenschap van de biologische gevolgen van ioniserende en niet-ioniserende straling van het gehele elektromagnetische spectrum

Gangbaarheid

Meer informatie