Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dar·sys·teem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radarsysteem radarsystemen
verkleinwoord radarsysteempje radarsysteempjes

Zelfstandig naamwoord

het radarsysteemo

  1. groep toestellen die men nodig heeft voor het doen van radar waarnemingen
     Toch is er belangstelling voor de weerradar. Zo wil Rotterdam het radarsysteem hebben om het waterbeheer te verbeteren. "De stad kan dan haar waterbeheer real time aanpassen aan het weer", aldus Uijlenhoet. Hij verwacht dat het radarsysteem de komende tien jaar op meer plekken in gebruik wordt genomen.[1]
     Defensie gaat dit jaar zo'n 15 militairen opleiden tot hackers. Er is al een groep die zich bezighoudt met cyberveiligheid, maar defensie wil nu ook digitaal gaan aanvallen. Want waarom zou je een bom op 't radarsysteem van de vijand laten vallen, als je ook hun systeem uit kunt schakelen?[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Had een superweerradar het Pukkelpop-drama kunnen voorkomen?” (Maandag 22 augustus 2011, 21:22), NOS
  2.   Weblink bron “Defensie gaat hackers opleiden” (Vrijdag 14 februari 2014, 22:14), NOS