Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dar·op·per·vlak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radaroppervlak radaroppervlakken
verkleinwoord radaroppervlakje radaroppervlakjes

Zelfstandig naamwoord

het radaroppervlako

  1. (techniek) (denkbeeldig) oppervlak van een voorwerp die een indicatie is van de grootte waarmee dit op een radarscherm is te zien

Gangbaarheid