Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·ce·mi·se·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
racemiseren
racemiseerde
geracemiseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

racemiseren

  1. ergatief (scheikunde) overgaan in een racemisch mengsel
    • Tijdens het opwarmen was de oplossing geracemiseerd. 
  2. overgankelijk (scheikunde) doen overgaan in een racemisch mengsel
    • Deze katalysator zal de stof niet racemiseren. 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie