raad af
- raad af
vervoeging van |
---|
afraden |
raad af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraden
- Ik raad af.
- gebiedende wijs van afraden
- Raad af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afraden
- Raad je af?
- Het woord raad af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.