quatre-mains
- qua·tre-mains
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vierhandig’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | quatre-mains | quatre-mains |
verkleinwoord | - | - |
de quatre-mains m
- (muziek) het bespelen van een klavierinstrument met twee personen
- Zij brachten een quatre-mains ten gehore.
- Op vrijdagochtend had ik twee getalenteerde pianoleerlingen. Een gepensioneerde eeneiige tweeling. Ik liet ze uitsluitend quatre-mains spelen, Diabelli, Beethoven en Mozart. [3]
- Het woord quatre-mains staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "quatre-mains" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "quatre-mains" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ quatre-mains op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be