pyjamadag
- py·ja·ma·dag
- samenstelling van pyjama zn en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pyjamadag | pyjamadagen |
verkleinwoord | pyjamadagje | pyjamadagjes |
de pyjamadag m
- dag dat de bewoners noodgedwongen in hun pyjama moeten blijven omdat er niet genoeg zorgpersoneel is om hun te helpen bij het aan- en uitkleden
- ▸ Het debat over de ondermaatse kwaliteit van veel verpleeghuizen duurt al jaren en laait steeds weer op. In 2003, 2004 en 2005 maakte NOVA (de voorganger van Nieuwsuur) vele reportages over de verpleeghuiszorg. Alles passeerde de revue: pyjamadagen, efficiencykortingen, marktwerking, overlijden door uitdroging en ondervoeding, doorligwonden, vastbinden, drogeren, ongekwalificeerd personeel. Familieleden, verpleeghuisartsen, verzorgenden en bestuursleden deden daarover hun beklag.[1]
- dag dat je lekker in de pyjama blijft rondlopen
- ▸ Op het Lucent College in Hilversum werd Coming Out Day gevierd in pyjama's. De leerlingen hebben zelf het initiatief genomen voor deze pyjamadag. "Als je je pyjama aanhebt dan voel je je vrij en zit je lekker in je vel", zegt leerling Mats Vierkant tegen NH Nieuws. "En dat lijkt een beetje op uit de kast komen, dan voel je je eindelijk vrij."[2]
- Het woord pyjamadag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “De hardnekkige problemen van de verpleeghuiszorg” (Zaterdag 15 november 2014, 12:45), NOS
- ↑ Weblink bron “Op Coming Out Day vragen Margreet en Gon aandacht voor lhbti-ouderen: 'We worden gepest'” (Dinsdag 11 oktober 2022, 21:05), NOS