puilden uit
- Geluid: puilden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpœyldə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
- puil·den uit
vervoeging van |
---|
uitpuilen |
puilden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitpuilen
- Wij puilden uit.
- Jullie puilden uit.
- Zij puilden uit.
- Wij puilden uit.
- Het woord puilden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.