Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pu·bli·ca·tie·lijst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord publicatielijst publicatielijsten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de publicatielijstv / m

  1. opsomming van teksten die in druk zijn verschenen
     Uit een onderzoeksrapport blijkt dat Bax zich zeker twintig jaar lang heeft schuldig gemaakt aan wetenschappelijk wangedrag. Zo zoog hij prijzen en nevenfuncties uit zijn duim en bleek een groot deel van zijn publicatielijst uit verzonnen artikelen te bestaan.[1]
  2. een opsomming die openbaar wordt gemaakt
     Kwaadwillenden proberen zo uit handen te blijven van schuldeisers of om sociale fraude te plegen. Het merendeel is echter wel te goeder trouw en is vergeten de verhuizing goed te regelen. Maar ook dat kan grote gevolgen hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld al hun rechten op sociale zekerheid kwijtraken. Ook zij komen daarom op de publicatielijst van vermiste Almelose burgers.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “VU: fraude-affaire Bax treurig” (23 september 2013, 10:34), NOS
  2.   Weblink bron “Gemeente Almelo jaagt met advertenties op spookburgers” (28-11-2014), Tubantia