psycholinguïst
- Geluid: psycholinguïst (hulp, bestand)
- IPA: / ˌpsixolɪŋˈwɪst / (4 lettergrepen)
- psy·cho·lin·gu·ist
- retrograde vorming uit psycholinguïstiek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psycholinguïst | psycholinguïsten |
verkleinwoord | - | - |
de psycholinguïst m
- (beroep) iemand die zich verdiept in de mentale processen die een rol spelen bij taal en taalgebruik en problemen die daarbij kunnen optreden
- Er bestaat al een Max Planck Instituut in Nederland (rond de psycholinguïst Levelt in Nijmegen). [1]
- Het woord psycholinguïst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Willink, B.De tweede Gouden Eeuw. (1998) Bert Bakker, Amsterdam; ISBN 90 351 1942 8; p. 235; geraadpleegd 2019-03=20