provocateur
- Geluid: provocateur (hulp, bestand)
- pro·vo·ca·teur
- Naamwoord van handeling van provoceren met het achtervoegsel -ateur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | provocateur | provocateurs |
verkleinwoord | provocateurtje | provocateurtjes |
de provocateur m
- iemand die provoceert (anderen tracht te verleiden tot iets)
- mannelijke vorm van provocatrice
- Het woord provocateur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "provocateur" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be