provinciebestuurder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·vin·cie·be·stuur·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord provinciebestuurder provinciebestuurders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de provinciebestuurderm

  1. leidinggevende van een provincie van een land
     Anders dan ik gewend ben, krijg ik meteen toegang tot de hoogste provinciebestuurder, die begeleid wordt door een moderne en behulpzame perschef.[1]
     Christophe van der Maat is beoogd staatssecretaris van Defensie. Hij is nu nog provinciebestuurder in Noord-Brabant. "Ik heb me jaren vol passie ingezet voor Brabant, dat hoop ik ook hier te doen." Vooruitblikken op zijn nieuwe functie deed hij niet.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  2.   Weblink bron “Van der Maat: 'Laat de daden maar spreken, niet te veel mooie woorden aan de voorkant'” (DI 4 JANUARI 2022), NOS