• pro·trom·bi·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord protrombine -
verkleinwoord - -

protrombine

  1. (medisch) bloedstollingsfactor
27 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be