propageren
- Geluid: propageren (hulp, bestand)
- pro·pa·ge·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
propageren |
propageerde |
gepropageerd |
zwak -d | volledig |
propageren [2]
- het beïnvloeden van de publieke opinie voor een meestal niet-commercieel doel, vaak gaat het om een politiek doel.
- De Nederlandse overheid zou meer moeten doen om de maakindustrie uit eigen land op buitenlandse fora te propageren.
- Het woord propageren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "propageren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be