• pro·fi·teer mee
vervoeging van
meeprofiteren

profiteer (...) mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeprofiteren
    • Ik profiteer mee. 
  2. gebiedende wijs van meeprofiteren
    • Profiteer mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeprofiteren
    • Profiteer je mee?