proefpersoon
- proef·per·soon
- samenstelling van proef en persoon [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | proefpersoon | proefpersonen |
verkleinwoord | proefpersoontje | proefpersoontjes |
de proefpersoon m
- iemand die deelneemt aan een wetenschappelijk experiment
- Het woord proefpersoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "proefpersoon" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be