proefde voor
- Geluid: proefde voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpruvdə ˈvor / (3 lettergrepen)
- proef·de voor
vervoeging van |
---|
voorproeven |
proefde (…) voor
- enkelvoud verleden tijd van voorproeven
- Ik proefde voor.
- Jij proefde voor.
- Hij, zij, het proefde voor.
- Ik proefde voor.
- Het woord proefde voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.