privéparking
- pri·vé·par·king
- samenstelling van privé bn en parking zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privéparking | privéparkings |
verkleinwoord |
de privéparking m
- besloten parkeergarage voor één persoon of een besloten groep personen
- niet-openbare parkeergarage
- Het woord privéparking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.