• pri·vé·kos·ten
enkelvoud meervoud
naamwoord privékosten
verkleinwoord

de privékostenmv

  1. geld dat met heeft uitgegeven voor privédoeleinden
     Maar de Volkskrant houdt vast aan het verhaal. De krant schrijft op basis van andere bronnen in het bestuur van de Tweede Kamer dat het presidium de rekening van Moszkowicz beschouwde als privékosten voor Wilders, en de declaratie daarom afwees.[1]
     Ontslag raadsgriffier vanwege declareren 48 mille aan privékosten[2]


  1.   Weblink bron “'Wilders wilde 5 ton advocaatkosten declareren'” (Zaterdag 27 december 2014, 03:39), NOS
  2.   Weblink bron “Ontslag raadsgriffier vanwege declareren 48 mille aan privékosten” (Dinsdag 15 november 2016, 21:29), NOS