privékarakter

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  privékarakter    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pri·vé·ka·rak·ter

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  privé bn  en  karakter zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	privékarakter
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het privékarakter o

1. iets dat betrekking heeft op de persoonlijke, niet publiekelijke levenssfeer

   ▸ Bij het begin van de ontmoeting werd de koningin vergezeld door haar delegatie, daarna trok Máxima zich terug met het Jordaanse koningspaar voor een treffen met een meer privékarakter.

Gangbaarheid

• Het woord privékarakter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.