• pri·vé-·ei·ge·naar
enkelvoud meervoud
naamwoord privé-eigenaar privé-eigenaren
privé-eigenaars
verkleinwoord

de privé-eigenaarm

  1. persoon die iets bezit voor zichzelf zonder het te hoeven delen met anderen
    • De privé-eigenaar van dit natuurgebied verbiedt bezoekers dit terrein te bezoeken.